Klimaatgegevens kunnen bijvoorbeeld worden afgelezen uit de concentratie in bepaalde ijslagen van stoffen als ammonium, nitraten en sulfaten, die door sneeuwval op de gletsjer worden afgezet. Een ijskern die in 2018 werd verkregen en sedimenten uit 2011 bevatte, vertoonde schommelingen in de concentratie van deze stoffen afhankelijk van het seizoen. In de kern van 2020 vertonen echter alleen de bovenste lagen deze schommelingen.
Aangenomen wordt dat het smelten van de gletsjer zo sterk was dat grote hoeveelheden smeltwater de daarin aanwezige sporenelementen naar de diepte meenamen. Volgens de auteurs is er niet één enkele oorzaak voor het sterke smelten en is het onder andere te wijten aan de stijging van de gemiddelde temperaturen in de afgelopen decennia.